De gele zaaiuien op het akkerbouwbedrijf van Thea van Bavel (43) in Zeewolde groeiden mooi door dit jaar. Wel moest ze vaker met de spuit het land. 

Op basis van de voorlopige oogstraming gaat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dit jaar uit van een totale bruto-uienoogst van 1,6 miljoen ton. Dat is bijna 20% meer dan in 2020. De groei komt door uitbreiding van het areaal met bijna 3.000 hectare tot in totaal 30.126 hectare. Ook wordt de hectare-opbrengst met gemiddeld 52,2 ton ruim 3 ton hoger ingeschat dan vorig jaar.   Aan het begin van de herfst waren de prijzen nog zo slecht dat sommige telers zonder bewaring de uien lieten zitten. Inmiddels zijn de prijzen aangetrokken en hoopt Thea van Bavel dat aan het eind van de winter, als de uien weggaan, de prijs in de pool van Flevo Union toch minimaal 15 cent aantikt. Vorig jaar viel de prijs met 12 cent ietwat tegen, vooral door externe factoren als voldoende beschikbare transportcontainers.

‘2e helft moet het doen’

‘Het huidige prijsniveau voor uien is voorlopig het maximaal haalbare. Er moeten extra markten bijkomen om de prijs in de 2e helft van het afzetseizoen niet te laten zakken.’ Dat zegt bedrijfsadviseur Erik Arts van Countus. De uienopbrengst in Nederland is behoorlijk hoger dan vorig jaar. ‘Op dit moment is er ook wat meer export, maar nog niet voldoende om de extra opbrengst weg te krijgen. De 2e helft van het afzetseizoen moet het doen. Vorig jaar was de export in die periode matig, er zijn nog geen signalen dat het dit jaar meer zal zijn.’

Pas eind mei de groei

Van Bavel, ambassadeur van Team Agro NL, runt een akkerbouwbedrijf met 60 hectare pacht. Jaarlijks teelt ze 10 hectare gele zaaiuien in een bouwplan dat dit jaar verder bestaat uit fritesaardappelen, wintertarwe, mais en tulpenverhuur. Op 31 maart werden de uien gezaaid. Net toen ze de beregeningshaspel uit de schuur wilde halen – zo droog was het de eerste weken – begon het eind april te regenen. ‘Ook daarna duurde het lang voordat het gewas de gang kreeg. Het was koud en op de schelpachtige grond bij ons werkt dat dubbelop. Pas vanaf eind mei kregen de uien echt de groei’, zo vertelt Van Bavel.

Daarna groeiden de uien mooi door. Wel was extra waakzaamheid geboden: door warm weer en regelmatig regen groeide er veel loof. Dat zorgde voor extra ziektedruk, met name valse meeldauw. ‘Normaal spuiten we eens in de acht dagen, nu moesten we een paar keer om de vijf of zes dagen al weer. Daardoor werd het ook puzzelen bij het spuiten, omdat je vanwege de toelatingseisen sommige middelen niet onbeperkt mag gebruiken.’ Het lukte Van Bavel de Hysky-uien zonder kleerscheuren naar de finish te loodsen.

Netto 60 ton per hectare

Op 4 en 5 september werden de uien onder droge en zonnige omstandigheden gerooid. ‘Het is dan altijd even zoeken naar het perfecte tijdstip. Iets groener rooien kost kilo’s, maar helpt wel om de uien mooier uit de bewaring te krijgen. Ik denk dat we die balans wel aardig gevonden hebben.’ Netto kwam de opbrengst per hectare uit op 60 ton uien. ‘Dat is vergelijkbaar met vorig jaar. Ik ben daar tevreden over.’

Vorig artikelFolieteelt rukt op
Volgend artikel‘Krijgen we voldoende tijd om te anticiperen?’