‘Goed pootgoed verkoopt zichzelf’, is de filosofie van akkerbouwer Nantko Reitsma (42) in Ferwert. Maar om goed spul te krijgen en vooral ook te houden, gaat niet vanzelf. ‘Het is scherp zijn, meebewegen met nieuwe ontwikkelingen en op tijd proberen te investeren in nieuwe methodes.’

Pootaardappelen afdekken met stro. Akkerbouwer Nantko Reitsma gaat het dit voorjaar proberen op 2 hectare. ‘Franse akkerbouwers doen dit al langer en zagen de infectiedruk van luizen aanzienlijk afnemen.’ Ook enkele telers in Groningen, Flevoland en Noord-Holland doen mee aan het experiment. Een speciale strokdekmachine uit Frankrijk strooit het stro meteen na het frezen over de aardappelruggen.

Het idee is dat door het strodek luizen gedesoriënteerd raken, waardoor ze zich niet nestelen in de poters. Reitsma hoopt dat hij met deze methode minder vaak hoeft te spuiten tegen luizen. Een betere vochthuishouding en een stabielere temperatuur zijn mogelijke neveneffecten. De proef wordt uitgevoerd in samenwerking met aardappelhandelshuis HZPC, die met het idee kwam.

Luizendruk hoger

Zelfs op de lichte kleigrond bij de Waddenkust in Ferwert, waar de frisse zeewind de akkers schoon blaast, neemt de luizendruk in pootaardappelen toe en daarmee de kans op Y-virus. ‘Of je het nu leuk vindt of niet, we staan voor een toekomst met beduidend minder gewasbeschermingsmiddelen. Daar proberen we met dit experiment op voor te sorteren’, vertelt Nantko.

Samen met zijn broer Jan Herman (40) en vader Symen Johannes (68) runt hij hier een akkerbouwbedrijf met vleeskuikens. Het bouwplan telt 115 hectare waarvan 45 hectare pootgoed. Verder verbouwen ze granen, uien en graszaad. Ook doet het bedrijf met enkele hectares mee aan het project Vogelakker van Agrarisch Collectief Waadrâne. De vogelakker is een afwisseling van een eiwitgewas met daarin stroken met diverse soorten granen en akkerbloemen, zoals klaproos en korenbloemen.

Het bedrijf wil zoveel mogelijk hoogwaardig pootgoed afleveren, het liefst in de kwaliteitsklasse PB3 en anders PB4. De familieonderneming stopte zo’n tien jaar geleden met de zeer bewerkelijke traditionele stammenteelt. Sindsdien wordt er louter nog gewerkt met miniknollen, jaarlijks kopen ze tot soms wel 70.000 stuks aan. ‘Wij willen met relatief weinig veldwerk pootgoed telen. Daarom hebben we de switch gemaakt naar het werken met jong materiaal en dat op tijd afleveren. Ik geef liever op de heenreis wat extra uit dan op de terugweg.’ De keus voor minder arbeidsintensiteit is ook gemaakt omdat het vleeskuikenbedrijf door de jaren uitgroeide tot een meer dan serieuze tweede tak (zie kader).

Drie handelshuizen

Het rassenpakket bestaat onder andere uit Spunta, Innovator, Fabula, Sababa, Sagitta Jelly, Donata en enkele nieuwe rassen. Het meeste pootgoed telen ze voor HZPC. Dit jaar teelden ze voor het eerst ook voor EuroPlant. En komend jaar gaan ze een ras telen voor aardappelhandelshuis Stet. ‘Wij zoeken een rassenpakket dat goed bij ons bedrijf past. Een combinatie van rassen die goed combineren, is via meerdere handelshuizen wat makkelijker te realiseren’, motiveert Nantko.

Van links naar rechts: Jan Herman, Nantko en Symen Johannes Reitsma controleren het pootgoed in de leeskamer van de nieuwe sorteerlijn. Foto’s: Marcel van Kammen.

Duidelijk is dat het vizier van de maatschap de komende tijd zeker nadrukkelijk ook wordt gericht op toekomstbestendige rassen: rassen die met een minimum aan gewasbeschermingsmiddelen toch maximaal presteren. Nantko Reitsma wijst op de meest recente voorstellen van de Europese Commissie, die voortvloeien uit de Boer-tot-Bord strategie. Als die voorstellen doorgaan, mag in Nederland vanaf 2030 geen gebruik meer worden gemaakt van gewasbeschermingsmiddelen, zelfs niet van de biologische middelen. Dat komt omdat Nederland te boek staat als nitraatgevoelig gebied.

De akkerbouwer geloof niet dat de soep zo heet wordt gegeten als nu opgediend. ‘Maar zelfs als de helft van dit verhaal overeind blijft, staan we al voor een enorme uitdaging. Het betekent dat we in de teelt dingen anders zullen moeten doen.’

Nieuwe wegen zoeken

Met die zoektocht naar nieuwe wegen is het bedrijf volop bezig. Het stro-experiment is al genoemd. Ook bouwden ze hun spuitmachine om. Nu hebben ze een spuitsysteem met 99% driftreductie, in combinatie met een sleepdoeksysteem. Verder investeerden ze dit jaar de Vegniek DiscMaster, een machine die in staat is om uiterst nauwkeurig loof uit de aardappelrug te trekken. De DiscMaster onderscheidt zich van andere systemen doordat het gebruik maakt van een systeem met trekschijven en glijstoffen. Deze combinatie zorgt ervoor dat vrijwel geen aardappelen uit de rug worden getrokken.

‘Met een looftrekker zijn we minder afhankelijk van loofdodingsmiddelen. Zo hopen we het rooimoment een paar weken naar voren te halen, waardoor het risico dat we met het rooien nog aan het baggeren zijn in oktober aanzienlijk beperken. We zijn liever op 1 september dan op 1 oktober klaar, ook omdat we dan eerder met sorteren kunnen beginnen.’

Gezonde bodem

Goed pootgoed afleveren begint met een gezonde bodem, vinden de Reitsma’s. Ze werken veel met groenbemesters, hakselen het stro onder en gebruiken eigen pluimveemest en koeienmest van melkveebedrijven. Waar het kan experimenteren ze ook regelmatig met niet-kerende grondbewerking. De ploeg verdwijnt echter niet uit het machinepark. ‘Als Roundup uit het middelenpakket verdwijnt, denk ik dat akkerbouwers toch weer meer gaan ploegen; het zorgt voor een schoon zaaibed.’

Onkruidvrije percelen realiseren ze ook door grond te ruilen met melkveehouders, die er twee jaar gras op telen. Maar ook daar komt druk op. ‘De regels voor blijvend grasland in het nieuwe GLB zorgen voor minder ruilanimo bij melkveehouders’, verwacht Nantko.

Voorverkoop kunstmest

Ook de Reitsma’s kampen met stijgende kosten voor middelen, energie en kunstmest. Net als meer akkerbouwers dan ooit dit jaar doen, kochten ze alle kunstmest voor 2023 al vast in, vooral omdat de beschikbaarheid momenteel best een probleem is. ‘Zelfs in november liggen de prijzen van KAS en kali maar iets onder de € 900 per ton.’ Op kali na dienen ze alle meststoffen tegenwoordig vloeibaar toe. ‘De P Focus zorgt er met z’n efficiëntie voor dat we maximaal dierlijke mest op het bedrijf kunnen houden en met de Flex Fertilizer kun je de stikstofgift behoorlijk precies afstemmen op wat het gewas nodig heeft.’

Een belangrijke toeleverancier van middelen, meststoffen en advies is Hoogland BV, dat van oudsher ook uit Ferwert komt. ‘Bauke Hoogland, de ‘pake’ van de huidige eigenaar Camiel, kwam hier vroeger al, die band is altijd gebleven’, zegt vader Symen Johannes Reitsma.

Nieuwe sorteermachine

In de in 2019 gebouwde bewaarschuur valt het oog meteen op de Smart Grader 408. De optische sorteerder van Gejo is onderdeel van een op maat gemaakte sorteerinstallatie, met zes grote bunkers en twee onafhankelijke loslijnen van Bijlsma Hercules. De sorteerlijn sorteert het pootgoed volledig autonoom op maat en kwaliteit en heeft een capaciteit van vier ton per uur.

In vergelijking met de oude schudsorteerder met zeven en bunkers komen er aanzienlijk minder poters bij de grotere maten terecht, waardoor de financiële opbrengst hoger uitkomt. ‘Een partij kun je bijvoorbeeld op schurft splitsen, iets wat handmatig ondoenbaar is. Of neem de Spunta, een langwerpige aardappel. Als je die op de ouderwetse manier sorteert, heb je aanzienlijk meer aardappelen in de bovenmaat. Dat verschil is met deze sorteerder een stuk kleiner.’

De Reitsma’s kunnen dankzij de sorteerder defecten als groen, groeischeuren, halve knollen, misvorming, schurft, ritnaalden, rhizoctonia en drukplekken er grotendeels uit halen, wat een besparing bij het nalezen oplevert. ‘We zijn 60 tot 70% van het werk aan de band kwijt.’ Als derde voordeel noemt Nantko dat de aardappelen mooier uit de machine komen, omdat ze worden afgeblazen met lucht en niet meer door de zeef gaan. De sorteerlijn heeft acht uitgangen. ‘Een flinke investering, maar het helpt ons om de kwaliteit van ons pootgoed verder omhoog te krijgen. En voor goed pootgoed is er altijd markt’, besluit Nantko.

‘Spotjes Wakker Dier stuwen verkoop’

Alle tarwe van het bedrijf wordt gevoerd aan de 80.000 Beter Leven-1 ster vleeskuikens. De Reitsma’s houden ze voor Plukon, die de kuikens levert aan Albert Heijn. Bij stijgende voer-, energie en huisvestingskosten stijgt de vleesprijs ook. De Reitsma’s zijn content met deze afspraak. ‘Er wordt veel gemopperd op supermarkten, maar dit doet Albert Heijn goed.’ De spotjes van Wakker Dier raken hun. ‘Maar het is opvallend dat de verkopen in de week dat die spotjes worden uitgezonden vaak omhoog gaan. Negatieve reclame is ook reclame, zeggen ze wel eens, daar lijkt het hier ook op.’

Vorig artikel‘Wacht nog even met rente vastzetten’
Volgend artikelMachtige agroreuzen remmen transitie