De nieuwe nitraatrichtlijnvoorstellen van het demissionaire kabinet zorgen voor grote onrust onder akkerbouwers. LTO Nederland werkt samen met een consortium van belangenorganisaties en Rabobank aan een alternatief voor het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn.
Ruim 3.700 boeren en organisaties hebben bij het landbouwministerie een reactie gegeven op het concept 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Het geeft aan hoe ingrijpend de voorgestelde maatregelen uit het actieprogramma zijn. Onder andere organisaties en bedrijven als LTO, NAV, Cosun, Avebe, Cumela en NAJK hebben stevige reacties afgegeven.
Financiële schade aanzienlijk
Een akkerbouwbedrijf van 100 hectare met 20% graanteelt en 80% intensieve teelt, zoals consumptieaardappelen, uien, suikerbieten of winterpeen, gaat er bij een rustgewas-verplichting van 1 op 4 € 16.000 en bij een 1 op 3 verplichting € 43.000 op achteruit. Voor een bedrijf met 60 hectare is dat respectievelijk € 10.000 en € 17.000. Dat blijkt uit berekeningen van Countus. ‘Als dezelfde berekening voor pootgoed en bollenbedrijven wordt gemaakt zal het saldoverlies ernstig hoger zijn dan nu is begroot met consumptieteelt bedrijven’, zegt bedrijfsadviseur Erik Arts. Voor bedrijven met al relatief veel rustgewassen als tarwe, zoals het Oldambt, zal de achteruitgang van de saldo’s minder groot zijn. ‘En voor bedrijven in het Veenkoloniale gebied zal de schade vooral groot zijn bij bedrijven met een 1 op 2 zetmeelteelt.’ Countus heeft een model ontwikkeld waarbij elke akkerbouwer kan berekenen wat de voorstellen voor hem of haar betekenen.
De voorstellen liegen er dan ook niet om. In 2023 wordt het voor alle akkerbouwers in Nederland verplicht om elke vier jaar een rustgewas te telen in het bouwplan. Vanaf 2027 wordt dit zelfs elke drie jaar verplicht. Een tweede ingrijpende maatregel in het concept 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn staat, is dat op zandgronden vanaf 2023 60% van het areaal vóór 1 oktober is ingezaaid met een vanggewas. En de derde maatregel: bufferstroken, ook wel teeltvrije zones genoemd, van 2 meter langs watergangen tot 5 meter langs ‘ecologisch kwetsbare waterlopen en KRW-waterlichamen’.
Ontwrichtende plan
‘Onhaalbaar, ontwrichtend en onbetaalbaar’, vindt Tineke de Vries, Portefeuillehouder Bodem & Water bij LTO Nederland. ‘De voorgestelde mestregelgeving betekent dat boeren goede landbouwgrond verliezen, met kalenderlandbouw tegen de natuur in moeten werken en over de volle breedte beperkt worden in hun vakmanschap en verdienvermogen. Daarnaast zullen de maatregelen in negatieve zin bijdragen aan de verduurzaming van de bedrijven.’Uit een impactanalyse van Wageningen UR blijkt dat vooral het verdienvermogen van akkerbouwbedrijven met intensieve bouwplannen, zoals zetmeelaardappelbedrijven en pootgoedteelt, wordt geraakt.
Alternatief voorstel
Het landbouwministerie kondigde eerder al aan dat er ruimte is voor alternatieven, mits het effect op de waterkwaliteit hetzelfde is. LTO pakt deze uitdaging op in een consortium met NAJK, NAV, NZO, BO Akkerbouw, POV, Cumela en Rabobank. Dit plan wordt op korte termijn gepresenteerd.