Stoppende boeren geven hun werkzame leven in veel gevallen een vervolg in de agrarische sector. Sommige ondernemers kiezen juist voor een carrièreswitch, waarbij het boerenleven soms ook op de achtergrond een rol blijft spelen.
Het aantal Nederlandse boerenbedrijven neemt al jaren af. In 2000 waren er nog ruim 97.000 land- en tuinbouwbedrijven in ons land. In ruim 20 jaar tijd is dat aantal fors gedaald. In 2022 waren er een kleine 51.000 bedrijven in de agrarische sector, zo blijkt uit de Gecombineerde Opgave. Met intussen ruim 1.417 inschrijvingen voor de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en Lbv-plus (peildatum 29 mei) komt er voorlopig zeker geen einde aan de krimp van de sector.
Acceptatie neemt toe
In tegenstelling tot pak ‘m beet een jaar of vijf geleden ziet zelfstandig agrocoach Dik Veefkind dat er in de agrarische sector intussen geen taboe meer rust op stoppen. ‘Dat is een duidelijk zichtbare tendens. De acceptatie voor stoppende boeren neemt toe. Datzelfde geldt voor het sociale begrip bij familieleden uit het gezin van herkomst.’
Veefkind voert regelmatig gesprekken met boeren die overwegen te stoppen. ‘Het is een zakelijke afweging, maar er komen vaak veel emoties bij kijken. Dat maakt het ook zo’n lastige beslissing. Hoewel het taboe eraf is, ervaren veel ondernemers toch nog een gevoel van schaamte.’
‘Dagelijks werken met collega’s vinden stoppers soms ingewikkeld’
Hoe geven stoppende boeren een vervolg aan hun werkzame leven? Volgens Veefkind is dat mede afhankelijk van de leeftijd en de financiële situatie van de stopper. Stoppende boeren die nog 60 moeten worden, blijven in veel gevallen actief op de arbeidsmarkt, zo is de ervaring van Veefkind. Daarbij ziet hij een duidelijke tweesplitsing. ‘Sommige boeren laten de agrarische sector achter zich en gaan totaal iets anders doen. Zij laten zich omscholen. Verreweg de grootste groep zoekt emplooi in de sector die hen na aan het hart ligt. Er is ook best veel vraag naar mensen met ervaring, bijvoorbeeld als belangenbehartiger of in een adviseursrol. Stoppende boeren kunnen vaak ook bij collega-ondernemers of loonwerkers aan de slag.’
Voor ex-ondernemers in de agrarische sector is het soms lastig om ‘onder een baas’ te werken, zegt Veefkind. ‘Als boer ervaar je een groot gevoel van vrijheid en hoef je geen verantwoording af te leggen. Als medewerker bij een bedrijf kom je in een ander stramien terecht. Je werkt dagelijks samen met collega’s en er worden communicatieve vaardigheden verwacht. Dat kan ingewikkeld zijn.’
‘Onbekend maakt onbemind. Stoppende boeren verwachten dat werken in loondienst benauwend kan zijn’, weet ook Lianne Veenstra. Zij houdt zich als agrarisch coach onder andere bezig met loopbaanvraagstukken. ‘Stoppen als ondernemer in de agrarische sector is niet gemakkelijk. Wat doet dat met je identiteit? Voordat je aan een tweede carrière begint is het zaak om voor jezelf helder te krijgen wie je bent en wat je wil gaan doen.’
Chauffeursbaan op maat
Marije van der Werff van Werff Talent hielp de afgelopen jaren meerdere stoppende boeren op weg naar een baan als chauffeur. Ze gaat graag het gesprek aan met voormalige agrarische ondernemers. ‘Wat helpt is dat wij veel affiniteit hebben met de boerenwereld. De agrarische sector en de transportsector zijn namelijk nauw met elkaar verweven. Als chauffeur in de food- en feedsector kom je immers dagelijks op het boerenerf’, aldus Van der Werff, die ervan overtuigd is dat stoppende boeren veel toekomstperspectief hebben.
‘Onze deur staat altijd open voor een oriënterend gesprek over een overstap naar de transportsector. De drempel houden we bewust laag. Iedere dinsdag- en vrijdagmiddag organiseren we bijvoorbeeld open inloopmiddagen, waarbij iedereen zonder afspraak kan komen kennismaken. We kunnen een chauffeursbaan op maat aanbieden, met flexibele werktijden. Als gestopte boer kun je ook als chauffeur een grote mate van vrijheid ervaren in je vak.’
Van melkveehouder tot zorgmedewerker
In het Friese Oppenhuizen runde Knilles Postma (63) tot en met 2013 een pachtboerderij met een kleine 70 melkkoeien. Het is financieel gezien lastig om het hoofd boven water te houden op het bedrijf met een kleine schaalomvang. Uitbreidingsplannen waren er wel, maar kwamen nooit van de grond. Als melkveehouder was Postma in die tijd al wekelijks als vrijwilliger actief op een zorgboerderij. Het leven in de zorg trok hem dermate aan dat hij besloot zich om te laten scholen. ‘Ik heb de stoute schoenen aangetrokken, ben op de trekker gestapt en voor een intake naar een middelbare school voor beroepsonderwijs gereden’, vertelt hij lachend.
Postma verkoopt vervolgens z’n koeien en laat zich omscholen tot begeleider in de gehandicaptenzorg. Na een 2-jarige opleiding behaalt hij in oktober 2015 z’n diploma. Hij heeft meerdere opties en kan meteen aan de slag. Intussen werkt hij alweer bijna tien jaar op zorgboerderij Eastwei in Oppenhuizen, waar hij werkt met mensen met een meervoudige beperking. ‘Het is een prachtig en betekenisvol beroep. Maar het kan ook zwaar en pittig zijn. Je moet je mannetje staan’, zegt Postma, die allesbehalve spijt heeft van zijn carrièreswitch. Zo nu en dan mist de zorgmedewerker het leven op de boerderij nog wel, vooral het landwerk.
‘Ook als chauffeur heb ik een vrij leven’
Jan Braker (55) stopte drie jaar geleden als melkveehouder. In Niezijl (Gr.) bestierde hij een bedrijf met 80 melk- en kalfkoeien op 40 hectare. ‘Financieel gezien kon het niet meer’, zegt Braker, die een echtscheiding achter de rug heeft. De melkveehouder verkocht zijn bedrijf aan de buurman en besloot als chauffeur aan de slag te gaan. Als begin twintiger haalde hij ooit al zijn groot rijbewijs. Na het behalen van zijn Code 95-punten, die aantonen dat hij vakbekwaam is, kon Braker een paar jaar geleden meteen aan de slag. ‘Ik kreeg direct een trailer mee, terwijl je meestal met een bakwagen moet beginnen.’
Na de verkoop van zijn bedrijf kocht Braker een woonboerderij met 7.000 vierkante meter grond. Volgens z’n boekhouder hoeft hij zich niet heel druk meer te maken, maar moet hij nog wel wat doen. Braker geniet daar ook van. Via Werff Talent rijdt hij maximaal drie dagen per week voor De Vries in Hallum (Fr.). Hij vervoert van alles, van koekjes tot onderdelen van eiersorteermachines en van ijzerwaren tot diepvriesproducten. Na zijn afscheid van het boerenbestaan is Braker bepaald niet bij de pakken neer gaan zitten. ‘Ik denk in oplossingen en sta open voor de wereld. Ik vind het leuk om nieuwe dingen te doen en andere mensen te ontmoeten.’
Als chauffeur blijft Braker betrokken bij het boerenleven. Hij is LTO-lid en volgt het agrarische nieuws op de voet. Regelmatig stapt hij bij een kennis nog even de stal in. ‘Ik mis het vrije ondernemerschap. Maar als chauffeur heb ik ook een vrij leven. Ik hou van rijden, rondkijken, muziek luisteren en krijg daar ook nog voor betaald. Er is bovendien niemand die er wat van zegt als ik in de cabine de volumeknop wat verder opendraai bij de nummers van Metallica, Rammstein en Linkin Park.’