Alle bestaande resistenties zijn dit jaar doorbroken en, afhankelijk van middelen en plaats, blijken sommige phytophthorastammen ongevoelig voor bespuitingen. Op basis daarvan mag je aannemen dat de genetische en chemische gereedschapskist in de strijd tegen phytophthora leger raakt. Dat blijkt volgens deskundigen niet helemaal te kloppen. ‘Wat dit jaar ergens niet werkt, kan volgend jaar toch weer bijdragen aan een wél geslaagde teelt.’
Geert Pinxterhuis is projectleider van het Actieplan Plantgezondheid bij de Brancheorganisatie (BO) Akkerbouw. Hij zet de problematiek van 2024 op een rij: ‘De phytophthoradruk is in het hele land ongekend hoog. Dat heeft te maken met het natte voorjaar én ook het afgelopen najaar heeft invloed.’ Pinxterhuis ziet overal in het land grote variaties in de gewasstand. Late oogsten in 2023 en een kletsnat voorjaar maakten de uitgangspositie moeilijk.
‘De verwachting was al dat we meer opslagplanten zouden hebben, waar phytophthora in kan zitten. Daar bovenop komt dat de ziekte latent in pootgoed voorkomt. Dat was niet goed te zien bij de selectie ‘Gelukkig kunnen de meeste telers het probleem beheersen, maar er zijn ook plekken zo slecht dat ze omgelegd zijn.’ Een aantal biologische telers besloot met de aardappelpercelen of soms met het hele bedrijf terug te schakelen naar gangbaar. Ingrijpende besluiten noemt Pinxterhuis dat.
Afwisselen met middelen
‘Rassen zijn verbeterd resistent, maar niet immuun’
De hoge phytophthoradruk van vorig seizoen, met resistentiedoorbraken bij rassen met verbeterde resistentie en enkele chemische middelen, waren redenen om de Taskforce Phytophthora in te stellen, vorig najaar. Al voordat de pootaardappelen besteld waren, voorzag BO Akkerbouw dat er moeilijkheden konden komen. De Taskforce, waarin de gangbare en biologische teelt nauw samenwerken, stak veel energie in voorlichting en kennisverspreiding over de beheersing van phytophthora.
Pinxterhuis vertelt dat via digitale weg en via flyers bij vakbladen de strategie tegen de aardappelziekte bij de boeren onder de aandacht is gebracht. Ook kwam er een nieuw spuitschema, waarmee de sector phytophthora op het verkeerde been probeert te zetten. Door combinaties van gewasbeschermingsmiddelen toe te passen en af te wisselen – alterneren – zou phytophthora beheersbaar moeten blijven. Als hulpmiddel heeft de Taskforce Phytophthora hiervoor een kleurenschema opgesteld, waarin middelen zijn ingedeeld op basis van hun werkingsmechanisme. Met dit schema kunnen telers en loonwerkers toetsen of zij middelen goed afwisselen.
‘Zo kan je de diverse stammen van phytophthora het beste bestrijden, want de ziekte blijft zich voortdurend aanpassen.’ Met deze strategie deden telers in Denemarken ervaring op. Fabrikanten pakken de strategie op in hun communicatie naar de telers. Pinxterhuis: ‘Rassen zijn verbeterd resistent, maar niet immuun. De genetica vertraagt de ziekte. Je moet daarom die rassen ook gewoon op tijd beschermen.’
Naleven teeltvoorschriften cruciaal
Pinxterhuis noemt het naleven van de teeltvoorschriften cruciaal in de aanpak van de aardappelziekte. ‘Alle telers zijn dat verplicht, of ze nu gangbaar, biologisch of hobbyteler zijn. Via de volkstuinenkoepel AVVN proberen we de hobbytelers te bereiken. Zij moeten ook verplicht bestrijden. Akkerbouwers zijn ook attent gemaakt op de volkstuinen. Je kunt het beste met elkaar het gesprek aangaan, als je aantastingen ziet. Je kunt het via de NAK melden, maar dan weet je dat het enkele dagen kan duren voordat het probleem is opgelost. Met een goed gesprek win je allicht kostbare tijd, waarin de phytophthorasporen zich niet verder kunnen verspreiden.’ De teeltvoorschriften bestaan uit drie punten: 1. Op tijd afdekken van afvalhopen 2. Bestrijden van opslagplanten en 3. Haarden bestrijden.
‘Wat dit jaar ergens niet werkt, kan volgend jaar wel werken’
Bij BO Akkerbouw in Zoetermeer zijn ze ondertussen al bezig met het aanscherpen van de teeltvoorschriften voor het komende jaar. Doordat afdekken van afvalhopen en het bestrijden van opslagplanten nu nog mag wachten tot half april en 1 juli, krijgt de aardappelziekte te lang de kans om naar het volgende seizoen over te stappen.
‘Door klimaatverandering is eerder maatregelen nemen nodig. De sector wil dat zelfs ook in de wetgeving vastleggen’, zegt Pinxterhuis. Ook zaken als de definitie van een phytophthorahaard en de hoeveelheid opslagplanten in een perceel, houdt de brancheorganisatie tegen het licht. Pinxterhuis denkt dat er goed opgelet mag worden in regio’s waar veel grondruil met veehouders plaatsvindt.
Vier maatregelen teeltbehoud
Duurzame aardappelteelt stoelt op vier zaken, zegt Pinxterhuis, gericht op de toekomst: ‘Ten eerste preventie met het naleven van de teeltvoorschriften. Ten tweede het gebruik van de resistenties die we hebben. Dan het pakket gedegen middelen. Als vierde gaat het om de goede timing met beslissingsondersteunende systemen (BOS’en). Als je BOS aangeeft dat je snel weer moet spuiten, is dat helaas het moment daarvoor. Een andere keer kan je misschien uitstellen. Op lange termijn behoud je met deze vier zaken de teelt. Enkelvoudige inzet van een middel is niet meer verstandig.’ De Taskforce komt in de herfst van 2024 met een kleurenschema over rassen met verbeterde resistentie.
Alle informatie van de Taskforce is te vinden op www.bo-akkerbouw.nl/pi.‘Onze ambitie is om samen met de WUR een app te ontwikkelen met informatie over rassen, middelen en de phytophthoradruk verspreid over het land en de mogelijkheid om zelf phytophthora-aantastingen te melden. Je weet dan waar de ziekte zit en we willen sneller karakteriseren om welk type het gaat. Dan kan je daar weer aan koppelen welke rassen een verhoogd risico lopen en het advies van je BOS kan daar dan rekening mee houden.’
‘Het bleef maar doorgaan’
Directeur Peter Oldenkamp van Agrico Research kijkt, net als Pinxterhuis, naar de situatie nu en naar oplossingen voor de toekomst. Oldenkamp hoort via de buitendienst van Agrico hoe dramatisch de situatie in het veld is. Hij onderschrijft dat de uitgangssituatie na een moeilijk najaar en een natte winter en lente slecht was voor de teelt. ‘Daar komt bij dat afgelopen jaar middelen niet goed gewerkt hebben op bepaalde stammen. De industrie heeft daarop ingespeeld, maar was mogelijk te laat om het dit seizoen helemaal te corrigeren.’
Ook trager afsterven van loof bij loofdoding geeft de phytophthora meer kans om naar de knollen te spoelen in het najaar, zegt Oldenkamp. Snelwerkende middelen als Reglone verdwenen als loofdodingsmiddel en de pootgoedtelers zijn daardoor trager geworden met het beëindigen van de teelt.
Het oude blokkenschema voor phytophthorabestrijding werkt niet meer en in plaats van resistenties van rassen praat Oldenkamp liever over genetisch verbeterde resistenties. Doorbreekt de ziekte het resistentiegen, dan werkt de resistentie niet meer of veel minder. Oldenkamp: ‘Bepaalde groepen van rassen met vergelijkbare resistentieachtergrond worden dan gevoelig bij bepaalde virulenties. Verwante rassen qua resistentie, zoals Twinner en Twister, zullen dan bijvoorbeeld allebei reageren op die doorbraak.’
Zo’n doorbraak betreft volgens de Agrico Research-directeur een phytophthoravirulentie. Per jaar en locatie kunnen verschillende virulenties aanwezig zijn. Daarom zijn genetische bronnen niet verloren. Een virulentie is gebaseerd op een heel klein stukje dna, dat snel kan wijzigen in de natuur. Daarnaast kunnen wijzigingen in grotere delen van de genen ontstaan, ook wel stammen genoemd. ‘Binnen een stam kunnen weer vele virulenties ontstaan die verschillende resistenties in rassen kunnen doorbreken’, zo legt hij uit.
‘Waarom dekken we afvalhopen niet gelijk af in plaats van in april’
De resistentie voor bepaalde chemische middelen is gebaseerd op verschillende stammen van phytophthora. ‘Deze veranderen minder snel, maar ook over langere tijd en plaats. Daardoor zijn chemische middelen ook niet volledig verloren, maar duurt het veel langer voor ze mogelijk effectief weer ingezet kunnen worden, vanwege de tragere ontwikkeling van nieuwe stammen. Door regionaal en in tijd te variëren met rassen en middelen, kan de sector waardevolle rassen en middelen blijven inzetten in de strijd tegen phytophthora. Het is de combinatie van jaar, regio en resistentie’, stelt Oldenkamp.
Het weer in 2024 heeft als gevolg dat de teelt minder rendement uit de resistenties haalt. ‘Maar verloren zijn ze niet. In een extreem jaar maakt de teelt van een genetisch beter resistent ras mogelijk minder verschil. Ook chemie die niet werkt, kan in een andere regio en volgende jaren toch weer effectief blijken.’
Meer multiresistente rassen
Bij rassen met meer genen is de drempel hoger tegen uitbraken. Oldenkamp verwacht de komende jaren meer aanbod van die multiresistente rassen. ‘In de eerste jaren dat aan robuuste rassen gewerkt werd, was het de opgave een resistentie uit wilde soorten in een marktrijpe aardappel te krijgen. Nu de basis gelegd is, kunnen veredelaars meer resistenties gaan combineren en rassen ontwikkelen waar de verwerker of de consument goed mee uit de voeten kan. Nog een paar jaar en dan heb je meer dan drie resistenties in één ras.’
Oldenkamp vindt dat handelshuizen meer verantwoordelijkheid mogen nemen in het advies aan telers. ‘Wij maken Next Generation rassen, met verbeterde phytophthoraresistentie, bij Agrico en dragen dus verantwoordelijkheid dat die zo goed mogelijk gebruikt worden. Chemie blijft nodig om de rassen te beschermen. Voor phytophthora is goed management, kwalitatief goed pootgoed en voorkomen van besmettingsbronnen belangrijk. Het is vooral belangrijk om zelf initiatief te nemen en goed te scouten in het veld. Ook het continu in kaart brengen van stammen en virulenties is cruciaal voor een optimaal advies.’ Om risico’s te verlagen noemt Oldenkamp diversiteit in het veld van belang. ‘Zomaar wegwerpen van rassen en middelen staat daar haaks op.’
In de benen houden
Biologisch teler, voorzitter van telersvertegenwoordiging Bioplant en lid van de Taskforce Phytophthora Henk Klompe roept alle telers samen op om de robuuste rassen in de benen te houden. ‘Daarvoor is resistentiemanagement noodzakelijk’, zegt hij. ‘We hebben als Taskforce wekelijks contact. In vijf regio’s zitten contactpersonen die aanspreekpunt zijn voor hun gebied. Zelf heb ik via een appgroep voortdurend contact met al onze telers. Het enige wat ik kan, is de mensen erop wijzen dat ze hun verantwoordelijkheid nemen.’ Op de Biovelddag maakte Klompe gebruik van de gelegenheid om de folder ‘Samen aan de slag tegen phytophthora’ mee te geven aan de bezoekers. Bioplant stuurde alle leden nieuwe factsheets over de aardappelziekte.
‘Deze winter gaan we hier zeker extra aandacht aan geven. Kunnen we wat voorkomen met goede teeltmethodes of met biostimulanten? We moeten nadenken over andere manieren om phytophthora aan te pakken. Alles begint bij de bodem, de bemesting, bouwplan, groenbemesters en zo. Er is zoiets als veldresistentie. Hoe pak je dat het beste aan? En waarom dekken we afvalhopen niet gewoon gelijk af in plaats van in april? Kunnen we latent besmette poters beter eruit sorteren? Kunnen we opslagplanten eerder verwijderen? De situatie van dit jaar bezorgt me wel wat buikpijn.’
Bas Jippes: ‘Controle met BOS en middelafwisseling’
Pootgoedteler Bas Jippes uit Nagele houdt met hulp van zijn gewasbeschermingsadviseur en een beslissingsondersteunend systeem (BOS) de phytophthora onder controle op zijn percelen. Bij zijn buren ziet hij ook dat ze het probleem serieus nemen. Hij zegt dat 2024 een stapeling van uitdagingen heeft voor de aardappeltelers. ‘De stand op percelen is meer wisselend dan je zou willen. Soms is er veel water in korte tijd gevallen en de structuur was al slecht. Wij zijn niet verzopen, maar elders is het erger. Bij mij zie je vooral groeiachterstand op de kopeinden.’ De teelt van dit jaar heeft last van de moeilijke omstandigheden van vorig seizoen. ‘We konden pas heel laat ploegen, waardoor de grond niet goed kon verweren. Op deze grond, die 30% afslibbaar is, wil je liefst voor half november klaar zijn met ploegen. Nu we veel later waren, was de grond bokkig dit voorjaar.’ Op 10 mei pootte Jippes zijn laatste aardappelen, later dan normaal. ‘Er blijkt wel wat phytophthora uit de vorige teelt meegekomen te zijn. Je herkent dat aan de haardjes die ontstaan rond zo’n latent besmette knol.’ Bij het sorteren lukt het niet alle besmette knollen te vinden. Daarom vindt Jippes het bijzonder belangrijk om er in het veld kort op te zitten. ‘Mijn BOS vind ik áltijd belangrijk. In een moeilijk jaar als dit kan je vaker moeten spuiten. Daar staat tegenover dat in een jaar met minder ziektedruk zo’n BOS ook het aantal spuitbeurten kan reduceren.’ Daarnaast volgt hij ook het advies om middelen af te wisselen en te combineren om resistentieontwikkeling tegen te gaan.
Joost Rijk: ‘Het gaat op een fiasco lijken’
Op het proefbedrijf van Wageningen Universiteit & Research (WUR) in Lelystad proberen de medewerkers adequaat te reageren op de lastige phytophthorasituatie. Joost Rijk ziet dat het niet meevalt om het dit jaar goed te doen. ‘Als ik om mij heen kijk, denk ik dat het wel wat op een fiasco gaat lijken.’ Rijk moest in de biologische aardappelen in de laatste week van juni al gaan branden. Het robuuste ras in een veldproef hield zich niet staande onder de ziektedruk. ‘Ik heb nog nooit zo’n snelle uitbraak gezien. We hebben snel gebrand, gericht op de sporen en de bovenste bladeren.’ In de veldjes met verschillende soorten aardappelrassen met verbeterde resistentie vallen sommige om, terwijl anderen wel sterk zijn. Het toont aan dat er verschillende stammen en virulenties zijn bij de phytophthora. Op de velden en stroken van de Boerderij van de Toekomst gebruikt het WUR-team wel chemie en een BOS om het beste te doen voor de teelten. ‘Er staat daar hetzelfde ras dat we ook bij de bioproef hebben. Op de Boerderij van de Toekomst hebben we de uitbraak met twee stopbestrijdingen wel in de hand.’ Het proefbedrijf in Lelystad heeft veel hectares grond met gewone teelten. Rijk zegt dat de medewerkers scherp monitoren en ingrijpen zodra dat nodig is. Hij merkt dat het BOS-systeem soms bespuitingen naar voren trekt. Daarom is het belangrijk om dagelijks te kijken of de situatie veranderd is. Rijk noemt, net als veel deskundigen en ervaren telers, dat afwisselen met middelen belangrijk is in de strategie. ‘Daarbij komt dat we nog maar één curatief middel hebben en een aantal preventieve middelen. Daarom is wekelijks beschermen in de gangbare teelt de keuze.’
Deze website gebruikt cookies. Je kunt het gebruik van sommige cookies uitschakelen via de instellingen knop. InstellingenOK
Privacy & Cookies Policy
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these cookies, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may have an effect on your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.