Nedertarwe van Royal Koopmans is een succes. Al meer dan honderd tarwetelers in Zuidwest-Nederland telen de tarwe en zestig ambachtelijke bakkers in heel Nederland verkopen brood van Nedertarwe. Nu zoekt Royal Koopmans ook telers in Noord-Nederland.

Koopmans werkt al sinds 2014 aan de ontwikkeling van een volwaardige Nederlandse baktarwe. Op basis van de kennis en eigenschappen van diverse oogsten is het na veel proefmalingen, testen en bakproeven gelukt om specifieke melanges te kunnen malen die geschikt zijn voor ambachtelijk brood. Het tarweras is daarbij een belangrijke factor. Koopmans selecteerde rassen die meer én beter eiwit bevatten. Het meelbedrijf ontwikkelde eerste enkele kleinere initiatieven in het Noorden, onder andere samen met Hoogland BV. Met de maatschap Jensma in het Friese Westhoek ontwikkelde het De Fryske Bôle, brood voor ambachtelijke Friese bakkers. Maar dat is inmiddels ter ziele.

‘We merkten bij die initiatieven al gauw dat er een grotere kritische massa nodig is om ze ook economisch duurzaam te laten zijn’, vertelt Bauke Wierda van Royal Koopmans. Een belangrijke reden daarvoor is dat er diverse partijen nodig zijn om tot de ideale mix van het meel te komen. ‘We hebben altijd meerdere partijen nodig om te kunnen melangeren’, legt Wierda uit.

‘Onze klanten zijn er nieuwsgierig naar’

 

De ambachtelijke bakker Puur Posthuma, met vestigingen in Wommels, Bolsward, Sneek en Scharnegoutum, was één van de eerste bakkerijen die Nedertarwe in producten verwerkte. ‘Dat past in onze visie van duurzaam ondernemen’, vertelt Nyncke Posthuma. ‘We waren al heel lang op zoek naar graan van dichtbij; we willen zo veel mogelijk lokaal inkopen en bloem is het grootste bestanddeel van onze producten.’ De bloem van Nedertarwe is wel iets duurder. Dat probeert ze zo veel mogelijk door te rekenen in de consumentenprijs, maar dat lukt niet altijd.
Puur Posthuma maakt nu alle producten met Nedertarwe. Posthuma merkt dat klanten daar heel nieuwsgierig naar zijn. ‘Omdat ik er zelf in geloof, brengen we dat op klanten over’, zegt ze.
In het begin vroeg het bakproces nog wel wat extra aandacht, merkten de bakkers van Posthuma. Ze verwacht daarom dat grootwinkelbedrijven er niet zo snel mee zullen beginnen.
Koopmans ondersteunt de bakkers met allerlei informatie- en promotiemateriaal en één keer per jaar in het begin van de zomer is er voor hen een informatiedag bij één van de tarwetelers op het bedrijf, die zijn of haar verhaal vertelt.

Teelt in het Zuidwesten

Het bedrijf ging op zoek naar een partij waarmee ze dat samen zouden kunnen doen en kwamen uiteindelijk uit bij CZAV, de coöperatie die vooral in het Zuidwesten diepgeworteld is. CZAV was de beste partij omdat het bedrijf al veel ervaring had met baktarwe. Het is gevestigd in een regio met diverse grote graanverwerkers, zoals Meneba in Rotterdam, Cargill in Bergen op Zoom en enkele grote verwerkers in België. ‘Zij zijn gevestigd in de achtertuin van de voedingsmiddelenindustrie’, zegt Wierda. Daar kwam bij dat akkerbouwers in die regio bijna alleen baktarwe telen. Dat vergrootte de kans op voldoende tarwe met de kwaliteit van baktarwe.

‘Vanaf dat moment konden we meters maken’, zegt Wierda. In enkele jaren groeide het initiatief van nul naar 100.000 ton baktarwe in 2023. Van die 100.000 ton Nederlandse baktarwe wordt inmiddels zo’n 20% op extra duurzame manier geteeld onder de naam Nedertarwe.

Koopmans deed met CZAV ook veel praktijkonderzoek naar de beste rassen en teeltmaatregelen. Bij bakkwaliteit is niet alleen de hoeveelheid eiwit van belang, maar ook de samenstelling van het eiwit. Wierda is content met de samenwerking met CZAV en met de telers. Het uitgangspunt van Nedertarwe is dat het een duurzaam geteelde tarwe is. Volgens hem wisten veel akkerbouwers na het stoppen van Veldleeuwerik niet hoe het verder moest met het duurzaam telen van tarwe en sluit het Nedertarwe-project daar perfect op aan.

‘Veldleeuwerik werkte bottum-up aan verduurzaming van de akkerbouw. Het is superjammer dat daar de stekker is uitgetrokken. Wij hebben met CZAV, met akkerbouwers en later ook met ecologen van Natuurmonumenten en de Vlinderstichting gezocht naar een zo praktisch mogelijke manier om duurzamer tarwe te telen.’

Toolbox voor tarweteelt

Het resultaat daarvan is een ‘toolbox’, met maatregelen waarmee de telers punten kunnen scoren. Als ze honderd punten hebben gescoord en als dat door certificeringsbedrijf Vinçotte is bevestigd, krijgen ze een meerprijs voor de tarwe van € 20 per ton. Bijvoorbeeld één jaar niet-kerende grondbewerking (nkg) vóór het inzaaien van de tarwe levert 25 punten op, net zoveel als het niet spuiten van een insecticide. Met akkerranden met grasklaver of bloemen zijn meer punten te verdienen. Zulke randen op 2% van het tarweareaal levert 75 punten op en er zijn zelfs 100 punten te verdienen met 3% van zulke randen. Daarnaast zijn er nog met diverse andere maatregelen punten te verdienen. De meerprijs van € 20 per ton die telers krijgen is vooral gebaseerd op de extra kosten en de lagere opbrengsten voor telers. Uit onderzoek dat Koopmans liet doen blijkt dat consumenten bereid zijn om een kleine meerprijs te betalen voor lokale Nederlandse tarwe.

Akkerranden en minder spuiten

Trudy Schoenmakers – de Jong in Zuid-Beijerland is een van de telers van Nedertarwe. ‘We zijn gevraagd door CZAV die telers zocht die meer aan duurzaamheid willen doen.’

Trudy Schoenmakers – de Jong is een van de telers van Nedertarwe. Samen met haar vader heeft ze een akkerbouwbedrijf met zo’n 70 hectare in Zuid-Beijerland. ‘We zijn gevraagd door CZAV die telers zocht die meer aan duurzaamheid willen doen’, vertelt Schoenmakers. ‘Wij doen dat al en we hebben bijvoorbeeld al veel certificaten, zoals Planet Proof en Global Gapp.’ Het sprak haar aan omdat ze met een aantal concrete maatregelen de meerprijs kon verdienen. Op het bietenperceel en op het aardappelperceel waar ze tarwe zaaide liet ze het ploegen achterwege. Dat leverde 25 punten op. Ze bewerkte het land alleen met een woeler en daarna deed ze in één werkgang rotoreggen en zaaien. Na de tarweoogst ploegt ze wel.

Ook de andere percelen blijft ze voorlopig gewoon ploegen. ‘We hebben nkg wel eens eerder uitgeprobeerd, maar ik was er niet enthousiast over. Ik ben ook niet kapot van het niet-geploegde bietenland waar nu de tarwe op staat. Ik denk dat we in een droger jaar meer profijt zouden hebben gehad van de betere capillaire werken en het beter vasthouden van vocht.’

De akkerbouwer zaaide ook op 2% van het tarweareaal bloemen in de akkerranden. Dat levert 75 punten op.  Ook spoot ze geen insecticide in tarwe (25 punten). ‘Ik spuit dat nu bewust niet. Anders misschien wel. Het spaart lieveheersbeestjes. Die eten luizen op die het vergelingsvirus verspreiden.’ Schoenmakers zag dit jaar in het tarweperceel dat het ook zo werkt. Ze teelt dit jaar twee baktarwerassen, allebei met een hoger eiwitgehalte: Chevignon – ‘Ik noem het altijd ‘scheve non’ – en Addiction. Ze heeft in de teelt slechts beperkte invloed op de hoeveelheid en de kwaliteit van het eiwit. Ze wordt daar ook niet op afgerekend. Onder de naam De Hoeksche boerin plaats ze op social media regelmatig verhalen, foto’s en filmpjes over de teelt van Nedertarwe.

Groei in het Noorden

Wierda is enthousiast over de samenwerking met CZAV en met de telers. Het is een enorm succes, want het werkt ‘bottum up’. Meer dan honderd telers in het Zuidwesten telen Nedertarwe en zo’n zestig ambachtelijke bakkers verkopen producten met Nedertarwe. Daarnaast is er ook interesse vanuit retail en industrie. Zo’n 10% van de 200.000 ton tarwe die Koopmans vermaalt in Leeuwarden is inmiddels al Nedertarwe en daar blijft het niet bij als het aan Wierda ligt. ‘We willen ieder jaar groeien.’

Om te beginnen biedt het kansen nu het werkgebied van CZAV in mei dit jaar fors uitbreidde door de fusie met coöperatie De Wieringermeer. ‘We kijken of we daar kunnen meegroeien.’ Maar Wierda richt ook zijn pijlen ook op het Noorden. Hij is al in gesprek met tarwetelers in het Oldambt. Zuidwest-Nederland is vanwege de extra zonuren en de iets hogere temperatuur wel net iets geschikter om baktarwe te telen, maar door de klimaatverandering wordt het Noorden ook steeds geschikter.

Wierda: ‘We zien dat het klimaat dat dertig jaar geleden in Noord-Frankrijk was nu in Nederland is. Dan is er ook toekomst voor baktarwe in het Noorden. Bovendien speelt niet alleen het aantal zonuren een rol, maar ook bodem en aandacht. Daar komt bij dat er ook jaren zijn waarin het Noorden juist betere baktarwe oplevert.’

Koopmans zoekt vooral groepen telers in een gebied. Wierda kan geen garantie leveren dat ze kunnen aansluiten, want de tarwe moet bijvoorbeeld wel per schip naar de maalderij in Leeuwarden kunnen komen, maar hij wil in elk geval wel met hen in gesprek. ‘Je kunt mij altijd bellen.’

Onderzoek naar baktarwe

 

Binnen de graan-, meel- en broodketen is er een sterke behoefte om meer zelfvoorzienend te zijn in de productie van baktarwe. Sinds de oorlog in Oekraïne is die behoefte verder gegroeid. Daarom hebben twintig partijen uit alle schakels in die keten, waaronder Koopmans, de koppen bij elkaar gestoken om te onderzoeken hoe Nederland meer zelfvoorzienend kan worden voor baktarwe. Een belangrijk onderdeel van het tweejarig onderzoek is het realiseren van een betere en constantere bakkwaliteit van Nederlandse tarwe. Niet alleen het eiwitpercentage is belangrijk, maar ook de samenstelling van het eiwit. Wageningen University & Research doet daar onderzoek naar. Als daar meer over bekend is kunnen veredelaars daar gericht rassen op veredelen en kunnen telers daar hun teeltmaatregelen op richten.

Vorig artikelIs digestaat goed of slecht voor de bodem?
Volgend artikelStoppen als boer is geen taboe meer