‘Het kan bijna niet uitblijven dat we binnen afzienbare tijd in een stevige recessie zitten’, waarschuwt Johan de Groene. De directeur-eigenaar van bewaarspecialist De Groene Agri BV in Rutten vreest dat sterk oplopende energieprijzen leiden tot wegvallende exportmarkten en een recessie.
Het is druk aan de Gemaalweg 3 in Rutten. Transporteurs rijden af en aan met akkerbouw- en groenteproducten. Hier is een van de grootste koel- en vrieshuizen voor opslag en bewaring van landbouwproducten in Nederland gevestigd: De Groene Agri BV. De onderneming bewaart met behulp van beluchting, koeling of diepvries producten zoals pootaardappelen, wortelen, zaai- en plantuien, witlofpennen, kruiden en fruitbomen. Sommige producten worden ook gesorteerd en verpakt. De opslag vindt plaats in koel- en vriescellen, waar nodig met bevochtiging en ozon, op temperaturen variërend van -2 tot + 5 graden Celsius. 85% van de producten komt van telers uit Flevoland.
Peen en witlof het grootst
Winterpeen is qua volume het grootste bewaarproduct van De Groene Agri. Witlofpennen zijn qua omzet het grootste product. ‘Witlof is onze specialisatie. Hier staan vier lijnen, waar we witlof op maat sorteren voordat ze de bewaring in gaan. Alle witlofcellen hebben ozonbewaring om de schimmels goed te doden’, vertelt Johan de Groene (51), directeur-eigenaar van het bedrijf. Bij de technische kant van het bewaren, werkt De Groene veel samen met teeltadviesbureau TTW uit Oude-Tonge. Zo adviseert dit bedrijf in de pootaardappelbewaring, waar volop wordt gewerkt met Talent en ethyleen. Bij witlof verzorgt TTW temperatuur- en vochtmetingen en wordt samen met de betrokken bedrijven de beste bewaarstrategie bepaald.
De Groene vertelt dat witlofbewaring specifieke kennis vraagt. ‘Witlof bewaren kost drie keer zoveel energie dan wortelen. Het is een product dat meer leeft en ademt. De bewaring komt heel precies. Koel je iets te koud, dan bevriest het. Is het iets te warm dan loopt het product uit. Het vocht dat je afvoert, moet je ook weer toedienen. Soms zit er ziek zit in een partij. Dan kun je bewaren wat je wilt, maar weet je: zo’n partij haalt het einde niet. Dan adviseren wij de witloftrekker om zo’n partij eerder te trekken. Het is dan goed om een onafhankelijke partij als TTW erbij te hebben, die daarin kan adviseren.’ Volgens De Groene is bewaren vooral een kwestie van kennis opbouwen door eigen ervaring.
Vijftig jaar De Groene
De Groene Agri BV bestaat in 2022 vijftig jaar. Joop de Groene, de vader van Johan, begon in 1972 een akkerbouwbedrijf in de Noordoostpolder. Hij was een van de eerste polderboeren met witlof. Ook winterpeen zat vrijwel vanaf de start in het bouwplan. De bewaaractiviteiten begonnen toen hij een iets te grote bewaarschuur voor z’n eigen producten bouwde. De overtollige ruimte met ondergrondse koeling begon hij te verhuren aan collega-boeren met te weinig bewaarruimte. In de droge zomer van 1976 waren de uien en wortelen duur en was er veel vraag naar bewaring. In drie jaar tijd bouwde hij er drie gekoelde bewaarschuren bij. De opslag van akkerbouw- en groenteproducten in kisten voor derden groeide hard.
‘Ik vind dat Nederland het grote belang van voedselproductie zwaar onderschat.’
In 1978 kwam daar onverwacht een tak bij. Een zuiveldirecteur reed toevallig langs het bedrijf. Hij stopte en vroeg of De Groene naast akkerbouwproducten ook boter en kaas wilde opslaan. Het betekende de start van Groenvries BV. FrieslandCampina is tegenwoordig de grootste klant van deze BV. Twee veeziekten gaven het familiebedrijf een verdere boost. Bij de varkenspest in 1998 en de mkz-crisis in 2001 werd het bedrijf volop ingeschakeld voor het invriezen van kadavers. ‘Destructiebedrijven konden de aanvoer niet aan en beesten werden massaal ingevroren en onder andere bij ons bewaard’, vertelt Johan de Groene. Dit leidde tot verdere schaalvergroting.
Zo groeide het kleine akkerbouwbedrijfje in vijf decennia uit tot een groot familiebedrijf met drie takken: een akkerbouwbedrijf met nu ruim 180 hectare (De Groene Landbouwbedrijf Bant BV) , een koel- en vrieshuis voor de opslag van boter, kaas en diepvriesproducten (Groenvries BV) én een koel- en vriesvrieshuis voor opslag en bewaring van akkerbouw- en vollegrondsgroentegewassen (De Groene Agri BV). De broers Johan en Sander (49) voeren de directie van de drie bedrijven, terwijl ook Johan’s vrouw Arianne volop meedraait. De drie bedrijven tellen samen 45 medewerkers, exclusief zzp’érs en uitzendkrachten.
Zorgen over energiekosten
Johan de Groene is blij met de ontwikkeling van het bedrijf. Toch kijkt hij ietwat onrustig naar de toekomst. ‘De stroomprijzen lagen altijd tussen de 4 en de 5 cent per kilowatt, nu betalen we tegen de 20 cent. Wij zien ons genoodzaakt 1 tot 2 cent per kilo product prijsverhoging te rekenen voor de bewaring. Maar ook de transportondernemer en andere partijen in de keten gaan meer rekenen. Dat vind ik een groot zorgpunt voor onze exportpositie. 80% van onze gewassen gaat de grens over. Het gevaar dat landen zelf meer gaan telen en eerst gaan voor het eigen product wordt een stuk groter.’
De Groene stelt dat alles waar veel energie in zit, duur wordt. ‘Afnemers betalen straks ineens 25 tot 50% meer voor hun eindproducten. Het is de vraag of de markt dat aan kan. De inflatie zorgt voor hogere personeelskosten. Een hoop bedrijven zullen aan de rem trekken, veel fabrieken zullen minder gaan draaien of helemaal stoppen. En zo krijg je een domino-effect van omvallende bedrijven en oplopende werkloosheidscijfers. Ik wil niet somber klinken, maar wel realistisch. Het kan bijna niet uitblijven dat we binnen afzienbare tijd in een recessie terecht komen.’
Meer natuur, minder akker
Daarnaast baart de discussie over meer natuur, minder veeteelt en minder akkerbouw in Nederland hem zorgen. ‘De Brusselse vergroeningseisen koersen op 25 en misschien wel ruim 30% minder productie. Ik vind dat Nederland het grote belang van voedselproductie zwaar onderschat.’ Voor het bedrijf zijn deze ontwikkelingen reden om zich te oriënteren op het koelen van andere gewassen of producten. De Groene zal zich ongetwijfeld weten te redden. ‘Nee zeggen kennen we niet. Soms zeggen we ja, maar dan moeten nog uitvinden hoe we het gaan doen. Wij redeneren altijd: waar een wil is, is een weg.’