‘Grote invloed van agroreuzen blijft onderbelicht in duurzaamheidstransitie.’ Dat was de kop boven een interessant artikel in Nieuwe Oogst van 29 oktober. Het is geschreven naar aanleiding van het rapport Foodbarons 2022 van de Amerikaans-Canadese NGO de ETC Group. Het artikel geeft aan hoeveel macht de agroconcerns in de voedselketen hebben.
Het artikel deed mij denken aan mijn jeugdjaren. Wij woonden met ons gezin in een klein plattelandsdorp met één kleine supermarkt, een bakker en een melkboer. Het hele dorp was afhankelijk van hen. De dorpelingen kochten blind wat hun werd aangeboden. Feitelijk bepaalden deze middenstanders met hun macht wat de klanten konden kopen. Meer mobiliteit en een verbeterde infrastructuur in Nederland zorgden ervoor dat de macht van deze kleingrutters in de afgelopen decennia volledig is verdwenen. Mijn ouders kregen een pas van de Makro in Amsterdam, waar eens in het half jaar de auto werd volgeladen met goedkope levensmiddelen.
Concurrentie en mobiliteit hebben er voor gezorgd dat consumenten zelf kunnen kiezen waar ze wat kopen. In de landbouw is deze machtsontwikkeling juist precies andersom gegaan. Kon de agrarische sector in mijn jeugdjaren onafhankelijke keuzes maken, door onpartijdig onderzoek en onafhankelijke toeleveringsbedrijven, in de loop van de jaren is de keuze veel meer afhankelijk geworden van enkele grote, commerciële agroconcerns. In zaai- en plantgoed bezitten twee bedrijven 40% van de markt, bij gewasbescherming heerst de top vier over 62% van de markt en bij trekkers en machines bepalen zes overgebleven reuzen de toon.
De omgekeerde machtsontwikkeling heeft de agrarische sector grote voordelen gegeven, zoals efficiëntere teeltmethodes met hogere producties. Aan de andere kant is de opschaling een beperkende factor geworden voor omschakeling naar duurzamere landbouw. Immers, dominante commerciële partijen, die sturen op een monocultuur met focus op productie, hebben de touwtjes in handen en dat zorgt voor een beperkte keuzevrijheid voor boeren bij de aanschaf van zaaigoed, gewasbeschermingsmiddelen of machines. De enorme disbalans in kennisniveau tussen biologische en gangbare landbouw is ontstaan omdat multinationals er geen belang bij hebben om die kennis aan te leveren.
Om de macht op weg naar een duurzamer landbouw met een eerlijk verdienmodel te doorbreken, wil onze nieuwe landbouwminister Piet Adema in het Landbouwakkoord afspraken maken met de hele keten. Ook de grote agrarische marktpartijen moeten een bijdrage leveren aan de omschakeling. Zelfs als Piet het doet op de manier zoals Remkes het deed – een onpopulaire boodschap zo verkopen dat zelfs de grootste tegenstanders spontaan verliefd worden op de brenger van het slechte nieuws – wordt dat een lange en moeizame weg.
De grote agroconcerns hebben de concurrentie uitgebannen en zichzelf zo sterk gemaakt dat de hele keten afhankelijk is geworden van hen. Zoals de middenstanders in mijn vroegere dorp met hun macht bepaalden wat de inwoners konden kopen, bepalen de grote agro-concerns en de bedrijven om zich heen vandaag de dag wat de boeren wel en niet kunnen kopen.
Ruthger Steenbeek,
Branchespecialist Akkerbouw Countus accountants + adviseurs