Ze groeiden flink in grond de afgelopen jaren. Zodanig dat de komende vijf jaar in het teken staan van optimaliseren. ‘Grond is per definitie een goede investering en het vliegwieleffect van de schaalvergroting maakt veel dingen gemakkelijker’, zegt Andries. Dit is het verhaal van de Jensma’s, op weg naar de 8e generatie boer aan de langste bewoonde dijk van Nederland, de legendarische Oudebildtdijk.
Fraai gerond liggen de percelen erbij. Het was mede reden dat ze relatief weinig last hadden van het vele water dat de afgelopen maanden op de akkers viel. ‘Het was een nat en moeilijk voorjaar, maar echt grote problemen hebben we hier niet gehad’, zegt akkerbouwer Andries Jensma. In 1980 lag de gemiddelde perceelgrootte op het bedrijf van z’n vader op 6 hectare. Nu is dat 16 hectare. Dat werkt een stuk efficiënter. Zoals schaalvergroting per definitie een stuk efficiënter werkt. Van 50 hectare aan akker in 1982 naar rond de 550 hectare nu.
De groei in grond op het akkerbouwbedrijf van de familie Jensma in Noordwest-Friesland illustreert de schaalvergroting in de akkerbouw in de afgelopen veertig jaar. En het einde van dat proces lijkt nog niet in zicht. Voor de Jensma’s is het dat voorlopig wel. ‘We hebben de kansen op uitbreiding gepakt in het afgelopen decennium, maar zijn nu eerst wel klaar met groeien. De komende jaren staan vooral in het teken van optimaliseren. Dat wat je al hebt, moet eerst wel goed lopen. Je resultaat moet op niveau zijn voordat je weer een nieuwe stap maakt.’
‛Wij geloven meer in toegroeien naar een tussenvorm van gangbaar en biologisch’
Groot familiebedrijf
Andries Jensma kent de voordelen van kosten spreiden over meer hectares als geen ander. En het vliegwieleffect dat schaalvergroting heeft. ‘Veel dingen gaan lopen en worden makkelijker.’ Samen met zijn broers Jan Syds en Sjoerd Watze én z’n ooms Sjoerd en Gerlof runt hij de maatschap Jensma Agro, één van de grotere akkerbouwbedrijven in Noord-Nederland, met vestigingen in Sint Jacobiparochie en Westhoek.
Maar Andries wil met de maatschap helemaal niet te boek staan als ‘een groot akkerbouwbedrijf’. Sterker nog, hij ziet het ook helemaal niet zo. ‘We zijn met vijf maten en vier medewerkers, die allemaal een inkomen moeten halen uit dit bedrijf. Zo bekeken praat je over akkerbouwbedrijven van 60 hectare de man, die alles samen doen om de voordelen van schaal te benutten. Zo zie ik het althans.’
Bouwplan Jensma Agro 2024
• 215 ha pootaardappelen
• 34 ha consumptieaardappelen
• 95 ha suikerbieten
• 150 ha granen
• 20 ha winterpeen
• 44 ha uien
• 18 ha braak/agrarisch natuurmengsel
• 12 ha akkerranden
• 60-70 ha verhuurd voor tulpen, gras of mais
De bedrijven liggen aan de Oudebildtdijk en Nieuwebildtdijk. Ook de meeste grond ligt aan of rond deze zo historische weg, die ook wel bekend staat als de langste bewoonde dijk van Nederland. In de afgelopen decennia namen de Jensma’s diverse boerderijen over of kochten ze grond bij. Andries en Jan Syds kwamen in 2007 in de maatschap. Andries werkt daarna nog jaren als vertegenwoordiger bij Hoogland BV – een bedrijf waar hij tot op de dag van vandaag nog steeds veel mee samenwerkt – maar is inmiddels volledig akkerbouwer. Zijn jongste broer Sjoerd Watze kwam in 2016 in de maatschap. En vader Goffe ging in 2018 uit de maatschap, maar is nog wel dagelijks actief op het bedrijf.
Overname biologisch bedrijf
Een van de overnames was die in 2017, het biologische akkerbouwbedrijf van Joute Miedema in Oudebildtzijl. Na de overname maakten de Jensma’s het bedrijf gangbaar. ‘We hebben serieus overwogen om biologisch te blijven, met oriëntaties bij verschillende biologische bedrijven in de polder. Maar dan had er vijf man aan personeel bij gemoeten en hadden we moeten investeren in heel andere machines en heel andere markten. Biologisch sluit gewoon niet goed aan bij de activiteiten die we al hebben. Bovendien is het een onzekere markt, met een grillige consument. Wij geloven meer in toegroeien naar een tussenvorm van gangbaar en biologisch, met meer resistente aardappelrassen, minder gewasbeschermingsmiddelen en innovatieve, autonome machines waarmee je duurzamer kunt werken. Ik denk dat de akkerbouw in Nederland zich in die richting ontwikkelt. Omdat bepaalde middelen gewoon nodig blijven om voedsel te kunnen produceren’, stelt Jensma.
Inzet op risicospreiding
In totaal heeft de maatschap zo’n 550 hectare in gebruik. Pootaardappelen teelden ze jarenlang alleen voor HZPC en Averis, sinds kort ook voor Agrico en EuroPlant. Dit doen ze met het oog op risicospreiding in rassen en resistentie. ‘Maar ook om de risico’s in prijsvorming wat meer te spreiden’, zegt Andries. Het bouwplan in pootaardappelen is 1 op 3. De consumptieaardappelen gaan via HZPC naar fritesbedrijven zoals McCain, FarmFrites of Lamb Weston.
Dit jaar staat er 44 hectare aan uien. ‘We wilden liever meer, maar er is dit jaar sprake van een explosie aan uienareaal in Nederland, dus hebben we bewust minder ingezaaid. Ik geloof niet dat we dit jaar topprijzen gaan halen, maar met uien weet je het maar nooit.’ Met de oogst van 2023 lukte dat wel: 1/3 van het uienareaal werd verkocht voor 50 cent. ‘Dat is een hele beste prijs.’ Ook de wortels deden het met 42 cent erg goed. De uien worden minimaal 1 op 6 of ruimer geteeld en suikerbieten wordt geteeld in een 1 op 6 rotatie. Bij winterpeen houden ze 1 op 9 tot 12 jaar aan.
‛De laatste jaren is sprake van een gunstige markt, soms bijna tot op het randje van schaarste’
Allen voor een
Op het bedrijf heeft ieder zo z’n specialisatie. ‘Omke’ Sjoerd is verantwoordelijk voor de aardappelen en alle administratie die daarbij hoort. De andere ómke’, Gerlof, focust zich op de de verkoop van uien en wortelen. Andries houdt zich bezig met de grote lijnen van bemesting en gewasbescherming en kijkt gedurende het seizoen waar moet worden bijgestuurd in de teelt. Ook houdt hij het financiële reilen en zeilen van het bedrijf goed in de gaten. Jan Syds is onder andere de man van de gewasbescherming in de praktijk, dus het spuiten in het veld. En jongste broer Sjoerd Watze is de monteur, die alle machines up-to-date houdt en op het akkerbouwbedrijf een eigen werkplaats heeft. Z’n vader is de allrounder die overal en nergens bijspringt. Het bedrijf heeft in Arjan Wiersma, Zweitse Noorman en Collin de Wit drie vaste medewerkers, terwijl ook neef Hessel Jensma fulltime meewerkt op het bedrijf. Het meeste werk doen ze zelf, het zaaien van wortels en uien, bietenrooien en hekkelen uitgezonderd.
Feitelijk hebben ze het antwoord al klaar op een van de problemen van deze tijd: goed personeel vinden. ‘Ja, dat is best een uitdaging’, zegt Andries. ‘Wij hebben gelukkig een aantal hele goeie vaste medewerkers.’ Die worden gekoesterd, getuige ook de foto’s op facebook, waarbij een medewerker die 25 jaar in dienst is, wordt gefêteerd. Andries denkt dat personeelsgebrek een struikelblok wordt voor de groei van biologisch teelten. ‘Als we serieus die kant op gaan, hebben we heel veel meer arbeidsmigranten nodig. Nederlanders willen dat werk gewoon niet meer doen.’
Experimenteren met machines
Op het akkerbouwbedrijf wordt geïnvesteerd in de toekomst. In een grote, moderne bewaarschuur, nu twee jaar geleden. En in nieuwe machines, zoals recent een zelfrijdende rooier. Steeds preciezer spuitende machines moeten het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen verder beperken. ‘In bepaalde media wordt een beeld geschetst dat boeren maar raak spuiten. Wij geven jaarlijks een paar ton uit aan gewasbescherming; denken mensen nu echt dat we maar wat doen? Geloof me, we spuiten op het scherpst van de snede en alleen daar waar het nodig is.’ De Jensma’s hopen hierbij op een stukje hulp van de veredelaars. Die gewoon met veel minder middel toekunnen. Misschien dat we dan nog maar vier keer spuiten tegen phytophthora in plaats van nu negen keer.’
Oog voor nieuwe ontwikkelingen hebben ze ook. Zo oriënteren ze zich op de EcoRobotix Spotsprayer, om aardappelopslag in uien te bestrijden. ‘Met deze plaatsspecifieke spuitmachine hopen we verder te besparen op gewasbeschermingsmiddelen. De chemie helpt ons nu nog, maar dat wordt steeds minder de komende jaren. Zeker uien is een moeilijk gewas.’
Prijsvorming is goed
Andries Jensma is positief gestemd over de prijsvorming in de akkerbouw. ’De laatste jaren is sprake van een gunstige markt, soms bijna tot op het randje van schaarste. En dat geeft goede prijzen in de meeste gewassen.’ Hij verhaalt over de extreem natte herfst van 2023, waarbij ze 11 hectare aan consumptieaardappelen moesten laten zitten. ‘Na 20 oktober hebben we nooit meer fatsoenlijk het land in gekund.’ Het extreem natte voorjaar van 2024 zal de markt opnieuw behoorlijk beïnvloeden. Voeg dat eens bij personeelsschaarste, politieke druk op landbouw in veel landen en een groeiende wereldbevolking die gevoed moet worden. ‘Dan kan het bijna niet anders of er ligt voor de blijvers een goede toekomst in het verschiet.’
Hij wijst op de fritesfabrieken die overal ter wereld als paddenstoelen uit de grond schieten. Met prijzen voor fritesaardappelen die ‘skyhigh’ gaan. ‘Als je kijkt hoeveel werk er moet worden gedaan in de pootgoedteelt en je kijkt eens naar de prijzen die momenteel worden betaald voor fritesaardappelen, dan zullen de verkoopprijzen voor pootgoed fors omhoog moeten om saldo’s te maken. De pootgoedhandelshuizen hebben beloofd dat nu wel te gaan doen en de uitbetalingsprijzen voor oogst 2023 wijzen daar ook op. Dus dat geeft ons echt wel kansen.’
Dat het op alle bedrijven nog een paar slagen duurzamer moet, is voor hem wel duidelijk. ‘Verduurzamen zie ik niet als een bedreiging, maar als een kans: altijd proberen het scherper te doen dan de buurman. Dus nog minder middelen gebruiken, zelfvoorzienend worden in duurzame energie en met minder bewerkingen, meer groenbemesters en meer dierlijke mest de grond in optimale conditie proberen te krijgen.’