‘Het is makkelijk om van een aquarium vissoep te maken. Maar het is verrekte lastig om van vissoep weer een aquarium te maken.’ André Hoogendijk zei het onlangs op een Niscoo-bijeenkomst in Heerenveen. De BO Akkerbouw-directeur stelde het bijzonder frustrerend te vinden dat de politiek in korte tijd – pak ’m beet tussen 2010 en 2015 – veel belangrijke organisaties in de sector de nek om draaide. Denk bijvoorbeeld aan de opheffing van het ministerie van Landbouw, de Productschappen en de Dienst Landelijk Gebied. Veel kennis op het gebied van beleid maar juist ook uitvoering zijn verdwenen.

Hoogendijk ziet een duidelijke relatie tussen deze kaalslag en het niet halen van milieudoelen, zoals voor stikstof en nitraatuitspoeling. Waar in de voorgaande decennia een dalende lijn was te zien, zie je vanaf 2010 weinig tot geen verbetering meer. ‘Dat is omdat we met elkaar niet meer van beleidsdoelen naar concrete uitvoering weten te komen.’ Hij slaat de spijker op z’n kop. Vrijwel alle uitvoeringskracht is onder de neoliberale wind afgebroken. Probeer dan van beleidsdoelen maar weer soep te maken waarmee boeren vooruit kunnen.

Alle mooie woorden en beloftes voor boeren van politieke partijen tijdens de verkiezingscampagnes gaan niks opleveren, vrees ik. Het blijft namelijk bij mooie woorden. Ik heb bij geen enkele partij een totaalvisie op voedselproductie kunnen ontdekken, laat staan dat er pogingen worden gedaan om op uitvoeringskracht te organiseren. Ondertussen draait de wereld door. Met klimaatverandering wordt het lastiger om voedsel te produceren in grote delen van Zuid-Europa. De vruchtbare gronden in Nederland
worden voor de voedselpositie van Europa belangrijker en belangrijker. Daardoor woedt er inmiddels niet alleen een felle strijd om grond tussen akkerbouwers en melkveehouders, maar ook tussen pootgoedtelers en consumptieaardappeltelers.

De bevolking groeit en gaat meer plantaardig eten. Marktpotentie zat. Máár: géén visie, geen uitvoeringskracht in Nederland. Terwijl de opgaven doorgaan. De politiek blijft maar problemen over de schutting kieperen bij boeren, maar organiseert dus niet hoe boeren die problemen gezamenlijk kunnen oplossen. Terwijl jonge akkerbouwers juist een overheid nodig hebben die naast hun gaat staan. Die samen met hen naar de toekomst kijkt. Samen instrumenten ontwikkelt om doelen te bereiken.’

Hoogendijk is ronduit somber. ‘Ik vrees dat de politiek blijft hangen in het stellen van doelen, het schrijven van beleidsplannen en subsidies uitdelen. Blijven doen wat het al deed en dan boos worden op de sector als er iets niet lukt.’ Ik vrees dat hij, getuige ook de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen, gelijk krijgt. Landbouw blijft daardoor een ratrace zonder perspectief, waarin alleen de allersterksten overleven.

Vorig artikelStop met kalenderlandbouw
Volgend artikel‘Landbouw snakt naar een Coalition of the Willing’