Landbouwminister Piet Adema stelt dat de supermarkten en de verwerkende industrie écht moeten gaan leveren in de omslag naar een meer duurzame landbouw. ‘Als ze met niets komen, gaan we ze aanpakken en wetgeving maken’, zo benadrukte hij maandagavond 14 februari op een bijeenkomst voor akkerbouwers in Emmeloord.

Dat ketenpartijen deze rol en verantwoordelijkheid krijgen in de omslag naar de duurzame landbouw die de overheid wil, komt ook nadrukkelijk te staan in het Landbouwakkoord. Dat akkoord moet over zo’n zes weken al klaar zijn en wordt leidinggevend voor de koers van de agrarische sector in Nederland. ‘Dat er dingen gaan en moeten veranderen in de landbouw, is zeker. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij is dat boeren een goed verdienmodel houden, een eerlijke prijs krijgen voor hun producten.’

De minister verwacht hierin een voortrekkersrol van de supermarkten en de verwerkende industrie. Zo niet, dan wil hij dit bij wet afdwingen. Hij stelde dat ook de Autoriteit Consument & Markt (ACM) meepraat over het Landbouwakkoord. ‘En deze toezichthouder op mededinging stelt dat er op tal van fronten meer gestuurd kan worden dan nu het geval is.’

Hoe dan?

De ruim 200 aanwezige boeren en het hun omringende onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven, toonden zich sceptisch en vroegen zich af: hoe dan, in een vrije internationale markteconomie. En hoe dan, in een tijd dat veel consumenten elk dubbeltje tweemaal moeten omdraaien. Maar ook: hoe dan, als het overgrote deel van de Nederlandse landbouwproducten toch de grens over gaat.

De minister: ‘Ik heb het niet over het hier en nu, ik praat over de langere termijn, richting 2040. Wij zullen als samenleving moeten zorgen voor een eerlijke prijs. Dat is niet optimisme, dat is realisme. Daarbij gaat het er niet om dat wij producten alleen maar duurder maken. We moeten er vooral voor zorgen dat de schappen helemaal vol komen te liggen met duurzame producten. Nu halen we nog producten uit de hele wereld binnen die veel minder duurzaam zijn. Dat moeten we veranderen, daarin verwacht ik een voortrekkersrol van partijen hogerop in de keten. Niet alleen in Nederland, maar uiteindelijk in heel Europa. Zodat ook de boeren die exporteren een goed speelveld hebben in Europa.’

Baas op eigen erf

Een tweede belangrijke punt waar Adema naar toe wil, is dat boeren weer baas worden op hun eigen erf. Hij wil af van de vele ge- en verboden die nu op het boerenerf komen. ‘We moeten af van middelvoorschriften en toe naar het stellen van doelen. Boeren mogen vervolgens zelf invullen hoe ze die doelen willen halen. Dat is mijn ideaalplaatje. En zou gestalte moeten krijgen via bijvoorbeeld een afrekenbare stoffenbalans of het werken met zogeheten kritische prestatie-indicatoren (KPI’s).’

De minister gaf meteen toe dat dit niet zo maar gerealiseerd is, zeker niet met het regelzuchtige Brussel boven Den Haag. ‘Europa geeft veel middelvoorschriften, wij willen graag afrekening op doelen en daar praten we hard voor in Brussel. Maar ik geef toe: het speelveld van de landbouw wordt voor een belangrijk deel bepaald in Brussel en daar zijn we erg afhankelijk van.’

Kloof met Den Haag

De minister had veel mooie woorden voor de boeren. Hij erkent dat er sprake is van een grote verwijdering tussen de politiek en de werkvloer. ‘Boeren begrijpen Den Haag niet en Den Haag begrijpt de boeren niet, daarom ben ik hier, om daar wat aan te doen.’ En: ‘Boeren vragen me: ‘Is er nog toekomst voor ons? Of willen jullie ons de Noordzee indrukken? Als dat soort vragen worden gesteld, zijn we ver weg van elkaar. Daarom ben ik blij en ook best trots dat ik nu met heel veel landbouworganisaties om tafel zit om tot een Landbouwakkoord te komen. Dat we nu samen met de boeren praten over hun toekomst, in plaats van over hun.’

Ook voor de traditionele akkerbouw blijft er een stevige plek in Nederland, als het aan de minister ligt.

Sterke sector met schaal

Adema stelde dat de Nederlandse akkerbouw een sector is van wereldfaam. ‘Het is van groot belang dat wij een sterke landbouwsector houden in Nederland, met voldoende schaal. Zodat de sector door kan gaan met al die bijzondere innovaties die ons groot hebben gemaakt.’ Ook ziet hij een blijvend belangrijke rol weggelegd voor de Nederlandse landbouw als voeder van de wereld. ‘Want die rol hebben wij wel degelijk deels ook, bijvoorbeeld met ons pootgoed dat de hele wereld over gaat.’

Duidelijk was ook zijn boodschap dat de landbouw wél moet veranderen. ‘Boeren moeten meer in balans met hun omgeving gaan produceren, de emissies naar water en lucht verder beperken en de kringloop zoveel mogelijk sluiten. Áls dat lukt, blijft er een forse plek beschikbaar voor de akkerbouw in Nederland.’ Adema ziet grote kansen voor biobased producten uit de akkerbouw, maar ook voor de meer traditionele teelten blijft er toekomst, mits voldoende duurzaam geproduceerd.‘ En agrarisch natuurbeheer? ‘Dat is gewoon een dienst, waar de overheid voor moet betalen. Net zoals de overheid een wegenbouwer betaalt voor aanleg en onderhoud van wegen.’

Zelfs met goud erop achteruit

Veel van de aanwezige boeren loofden het enthousiasme, de openheid en de ‘laagdrempelige’ opstelling van de minister, maar geloven niet dat hij zijn ambities op gebied van ketenbijdrage en sturen op doelen kan realiseren. ‘Was het maar zo makkelijk’, klonk het.

Deze scepsis werd bevestigd na het zien en horen van de inleiding van akkerbouwspecialist Ruthger Steenbeek van Countus. Hij rekende de akkerbouwers in de zaal voor dat zelfs bij het halen van goud in de nieuwe GLB-regelgeving – dat is zeg maar voldoen aan heel veel nieuwe duurzaamheidseisen om maximaal premie uit Brussel te krijgen – het inkomen daalt. Het onderstreept wat de boeren betreft nog maar eens dat het vaak blijft bij mooie woorden en ‘de boter bij de vis’ achterwege blijft.

Akkerbouwspecialist Ruthger Steenbeek van Countus

Ondertussen blijft de markt wel goed z’n werk doen. ‘De prijzen voor traditioneel geproduceerde producten als aardappelen, uien en bieten zijn steengoed op het moment. ‘In de akkerbouw wordt momenteel verdiend, al mag dat ook wel weer eens na twee moeizame coronajaren’, aldus Steenbeek.

Robuust akkerbouw naar de Toekomst

De bijeenkomst in Emmeloord was georganiseerd door Countus in samenwerking met een de Stichting Future Food Producion, Agrofood cluster, Horizon Flevoland, FAJK, LTO en Akker van de Toekomst. Klik hier voor kleine impressie van de avond.

Vorig artikelAgro goed voor 14% werk in Noord-Nederland
Volgend artikelNormaal doen wint glorieus