Akkerbouwer Ary van Nieuwenhuyzen haalt met tafelaardappelen een hoger rendement dan met fritesaardappelen. ‘Bij tafelaardappelen wordt kwaliteit beter beloond’, zegt hij. Maar hij heeft het meest met uien.

Het bedrijf van Van Nieuwenhuyzen ligt aan een dijkje tussen Kruisland en Steenbergen, dat verderop overgaat in een grindpad. Het dijkje is smal, maar de Brabander is eraan gewend: ‘We rijden er met volle kiepers net zo hard als over een brede weg.’

Van Nieuwenhuyzen heeft 60 hectare mooie, goed bewerkbare en opdrachtige zavelgrond. ‘Makkelijke grond’, zegt hij. Hij teelt zijn gewassen in een rotatie van één op zeven: twee keer aardappelen, één keer zaaiuien, één keer suikerbieten en drie keer tarwe of graszaad. ‘Dat is redelijk intensief’, geeft hij aan. ‘Daarom moet de bodem goed op orde zijn.’ Om die reden is hij heel zuinig op de bodem, strooit hij maximaal champost en zaait hij maximaal groenbemesters.

De teler zaait nu alleen Japanse haver als groenbemester. Eerst zaaide hij ook gele mosterd, maar daar is hij mee gestopt. ‘Bij het ploegen zag ik in de bouwvoor het grote verschil in beworteling tussen beide groenbemesters. Onder de Japanse haver zat veel meer beworteling. Ik heb daar met verbazing naar gekeken.’ Dat gaf voor hem de doorslag. De hogere kosten voor het zaad neemt hij voor lief.

Rendement tafelaardappelen

Aardappelen vormen qua areaal en omzet het grootste gewas op het bedrijf. Van Nieuwenhuyzen teelt tafelaardappelen en fritesaardappelen, 9 hectare van beide soorten. Hij levert alles aan Nedato.

Gemiddeld is bij hem het rendement van tafelaardappelen beter dan van fritesaardappelen. De teelt van tafelaardappelen vindt hij ook meer uitdagend. ‘Want een goede kwaliteit wordt goed betaald.’ Nedato levert de tafelaardappelen vooral aan Albert Heijn. ‘Dat bedrijf heeft veel noten op z’n zang, maar het betaalt wel een nette prijs voor goede kwaliteit’, is zijn ervaring. ‘Daarom kan Nedato ook serieuze premies betalen voor goede kwaliteit.’

Telers die minder goede grond hebben voor tafelaardappelen of die de teelt minder goed in de vingers hebben, missen die premies. Voor hen zijn fritesaardappelen gemiddeld beter. Daardoor wordt de groep telers van tafelaardappelen langzaam kleiner. Ook de markt voor tafelaardappelen krimpt jaarlijks. Van Nieuwenhuyzen noemt het daarom ‘noodzakelijk’ dat zijn afnemer Nedato nu in overleg is met Agrico over samenwerking of meer. ‘In een krimpende markt moet je niet wachten tot de kritische massa te klein wordt, dan ben je te duur.’

Voorspellende zonnepanelen

De Kruislander bewaart al zijn aardappelen en zijn uien los in zijn eigen bewaarcellen. Als hij de tafelaardappelen langer zou bewaren zou hij voor bewaring in kisten kiezen, vanwege de betere kwaliteit met minder drukplekken. Vóór het eind van de winter zijn alle cellen weer leeg. De hoge energiekosten zorgen voor hogere bewaarkosten, maar Van Nieuwenhuyzen ligt daar niet wakker van. Want de 90 zonnepanelen op een van zijn loodsen leveren op jaarbasis meer elektriciteit dan hij verbruikt. Hij kan salderen omdat zijn aansluiting niet groter is 3 x 80 ampère. Dat komt goed van pas, want het verbruik is het grootste in het najaar, als de zonopbrengst veel lager is dan in de zomer.

De Brabander is content met de zonnepanelen. Daarmee kan hij ook voorspellen of het een goede tarweoogst wordt, vertelt hij. ‘Veel licht in maart, april en mei zorgt voor hoge opbrengsten’, heeft hij gemerkt.

Fervent uienteler

Aardappelen zijn weliswaar het grootste gewas, maar Van Nieuwenhuyzen vindt uienteelt het mooiste. ‘Ik ben een fervent uienteler’, zegt hij zelfs. ‘Ik vind uien een uitdagend gewas, ze groeien makkelijk op onze grond en ze geven gemiddeld het beste saldo.’ Dat betekent niet dat de teelt geen problemen kent. Hij somt ze één voor één op: ‘Fusarium wordt een steeds groter probleem, net als witrot. De bestrijding van de uienvlieg met SIT is in een aantal regio’s al niet meer toereikend. Dan moet je dus toch nog spuiten.’ Bij hem werkt de SIT-techniek met de steriele mannetjes nog wel goed.

‘Goed dat Nedato en Agrico praten over samenwerking of meer’

Trips ziet hij niet als een probleem. ‘Dat kun je onder controle houden met goede middelen. Als je daarmee op tijd begint, lukt het redelijk.’ Tijdig beginnen is wel essentieel, benadrukt hij. ‘Als een populatie zich al gevestigd heeft, is het veel moeilijker om die onder controle te krijgen. Je moet starten met spuiten als je amper trips ziet in het gewas.’ De teler spuit tegen trips altijd ’s avonds laat, met heel veel druk, met veel water, zodat het middel ver in de hals van de plant kan dringen. ‘En met olie.’

Gestopt met graszaad

Van Nieuwenhuyzen teelde tot dit jaar meestal graszaad, maar daar stopt hij mee. ‘De prijs blijft achter bij de hoge tarweprijs’, geeft hij als reden. ‘De prijs van graszaad is wel omhoog gegaan, maar niet genoeg om te kunnen concurreren met tarwe van 30 cent. Het rendement van graszaad moet eigenlijk 20 procent hoger liggen dan van tarwe, want er is meer risico en meer werk.’

De Brabantse akkerbouwer weet dat het nieuwe Europese landbouwbeleid grote impact heeft voor de akkerbouw. Toch is hij voor zijn eigen bedrijf niet zo bezorgd over de gevolgen ervan. Van Nieuwenhuyzen verwacht de hoogste ecopremie te kunnen scoren: ‘Ik ben al een beetje aan het puzzelen geweest. Goud gaat vast wel lukken.’ Hij wil dat onder andere bereiken met bufferstroken, voldoende rustgewassen en de vroege oogst van rooigewassen. Vooral de tafelaardappelen oogst hij vroeg. Ook de SIT telt mee.

Tegelijk zou het best kunnen dat er door de verplichte randen langs watergangen, net wat minder aardappelen en uien worden geteeld, denkt hij. ‘Een kleiner areaal is meestal goed voor de prijs.’ Hij noemt het wel ‘een grote grap’ dat nu nog steeds niet bekend is hoe de ecoregeling er precies komt uit te zien. ‘Ik begrijp best dat het complex is, maar als je dat als bedrijf zou doen…!’

Geen zesde generatie

Van Nieuwenhyuzen is nu 56 jaar. Hij is de vijfde generatie op dezelfde locatie, maar hij verwacht dat er geen zesde generatie Van Nieuwenhuyzen akkerbouwer wordt. Geen van zijn drie kinderen heeft interesse. Hij wil zelf wel zo lang mogelijk boer blijven en het bedrijf up-to-date houden. Maar bij eventuele grote investeringen houdt hij er wel rekening mee dat er geen opvolger is die daar profijt van heeft. ‘Dat vind ik best wel jammer.’

Geïsoleerde panelen op bewaarschuur

Van Nieuwenhuyzen verving vorig jaar het dak van een van zijn twee aardappelbewaarplaatsen. Op de bewaarplaats uit 1984 zaten asbestplaten. Die zijn vervangen door geïsoleerde sandwichpanelen van 4 centimeter dik. Hij vroeg offertes bij meerdere bedrijven, onder andere bij Middendorp Montage. Dat bedrijf kwam als beste uit de bus. De offerte kwam veel lager uit dan bij bedrijven uit zijn eigen regio. Hij is er heel content over hoe de klus is geklaard. ‘Het is bizar hoe snel zo’n gespecialiseerd bedrijf met gespecialiseerde machines kan werken.’ Het dak is in oktober 2021 vervangen. De uien zaten al in de schuur, de aardappelen nog niet.  Van Nieuwenhuyzen merkte dit jaar gelijk hoe groot verschil de geïsoleerde panelen maken. Want tussen het dak en een verlaagd plafond zit 3 meter. In die ruimte kon ’s zomers de temperatuur oplopen tot 50 graden. ‘Extreem heet’, zegt de ondernemer. Dankzij de panelen bleef de temperatuur dit jaar steken op 30 graden. Hij koos voor antraciet panelen en voor aluminium goten en pijpen ook in antraciet kleur. ‘Dat geeft de schuur wat cachet.’

Vorig artikel‘Akkerbouw gaat gezondheid en geluk produceren’
Volgend artikel‘Polderprijzen’ voor Groninger akkerbouwland