Bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en verschillende vloeibare meststoffen wordt water als drager benut. De kwaliteit van het water zelf blijft daarbij vaak onderbelicht. Onterecht, zo stellen de specialisten van Agro-vital.
Hardheid en pH
De pH van spuitwater heeft invloed op het binnendringen van de werkzame stof bij de plant. Daarvoor moet bij bladopname de waslaag van de plant worden gepasseerd. Dit lukt het beste met een pH tussen de 5.0 en 5.5. Vooral bij het gebruik van systemische middelen is dit van belang; die werken beter bij een pH die in die range valt.
Het gebruik van een pH-regulator kan ook helpen in het streven naar minder hard water.
‘Maak boekje verplichte kost bij spuitlicentie’
De resultaten die boeren en loonwerkers bereiken met hun verschillende spuitmachines zijn erg divers, zo leerde Jan Feersma Hoekstra als gewasbeschermingsadviseur reeds jaren terug. In de jaren daarna, als directeur van Agriton en Agro-vital, verzamelde hij steeds meer kennis over de rol die water daarin speelt. Zijn kennis wilde hij bundelen in een boek, tot hij in de VS een publicatie vond die als perfecte praktische weergave kan worden betiteld. Het boek is vertaald naar het Nederlands onder de titel ‘Adjuvanten en de kracht van de spuitdruppel’.
‘Dit boekje legt uit hoe je als boer of loonwerker te werk moet gaan’, stelt Feersma Hoekstra in het voorwoord. ‘Het zou verplichte stof moeten zijn voor allen die een cursus voor de spuitlicentie volgen.’
Het boekje is te bestellen via www.agro-vital.eu.
De hardheid zegt ook iets over de hoeveelheid calcium en magnesium in het water. Deze bestanddelen kunnen reageren met een groot deel van de actieve stoffen in de gewasbeschermingsmiddelen, wat vervolgens de werking daarvan onder druk zet.
Temperatuur
Stop met het spuiten met te koud water, luidt het advies van Agro-vital. In plaats van het water uit de sloot te halen, kun je beter water opslaan in een voorraadvat en daarmee spuiten. Met name in het vroege voorjaar is de temperatuur ‘s morgens meestal maar net boven de 4 graden en dat geldt ook voor het slootwater. ‘Dat is gewoon te koud voor goede resultaten. 15° is een mooie ondergrens om na te streven.’
Ook ‘s avonds kan de temperatuur vrij stevig dalen. Wees ook op dat moment voorzichtig met spuiten. Spuiten met koud water op bladeren die overdag in de zon boven de 40 graden waren, is ineffectief en kun je dus beter niet doen. ‘Houd de temperatuur van de omgeving in de gaten en stem de temperatuur van het spuitwater daar zo mogelijk op af.’
Het is eveneens verstandig bij het spuiten na een warme dag rekening te houden met het optreden van thermiek, de opstijging van de lucht. Daardoor kan zo 20 tot 30 procent van het water verdampen en het middel dus ook, nog voor het op het blad komt. ‘Daar gaat je actieve stof.’
Ken het watermolecuul
Een waterdruppel op een blad is bijna altijd bolvormig. Dat is omdat de magnetische aantrekkingskracht tussen watermoleculen zorgt voor oppervlaktespanning, de kracht die het mogelijk maakt dat een druppel de kracht van buitenaf, zoals lucht en zwaartekracht, kan weerstaan.
Zolang een waterdruppel een hoge oppervlaktespanning heeft, zal deze in tact blijven en niet over het blad uitvloeien. Bij de toepassing van bedekkingsfungiciden kan dit zorgen voor problemen. Je wilt er immers voor zorgen dat de actieve stof goed over het gewas wordt verdeeld. Door een hechter/uitvloeier toe te passen, kunnen de eigenschappen van de spuitdruppel worden beïnvloed. Een uitvloeier verlaagt de oppervlaktespanning waardoor een druppel als het ware ‘inzakt’. Het gevolg is dat de druppel een groter bladoppervlak kan bedekken. Dit zorgt voor een hogere effectiviteit van de bespuiting. Het toevoegen van de juiste hulpstoffen is bij het spuiten van gewasbeschermingsmiddelen dan ook van groot belang.
Veel meer toelichting over hoe water zich gedraagt, is te vinden in het boekje ‘Adjuvanten en de kracht van de spuitdruppel’. Zie meer hierover in bijgaand kader.
‘Altijd liever bron- dan oppervlaktewater’
Jack Bergsma uit Boijl is mede-eigenaar van een akkerbouwbedrijf met 70 hectare pootaardappelen, 330 hectare consumptieaardappelen en 100 hectare bloembollen. Daarnaast wordt een loonwerkerstak behartigd waarbij onder andere met drie spuiten in het hoogseizoen wekelijks 600 tot 700 hectares worden voorzien van gewasbescherming of vloeibare meststoffen.
Het belang van kwalitatief goed water lijdt voor hem dan ook geen twijfel. ‘Op ons eigen bedrijf hebben wij verschillende bronwaterputten en maken daar gebruik van. Het water daaruit is onderzocht en qua hardheid en pH van prima kwaliteit. Bronwater heeft eigenlijk altijd onze voorkeur boven oppervlaktewater, ook al is de kwaliteit wellicht ook van bronwater in andere regio’s iets minder; bijvoorbeeld door een hoger ijzergehalte.’
Voor de eigen percelen gebruikt Bergsma dus geen hulpstoffen om het water aan te zuren, maar wel hechters. ‘Zelf gebruik ik al jarren hechters en uitvloeiers en ben daar erg tevreden over; zeker nu we maar met 3 bar mogen spuiten. Hiermee vloeien dikke druppels veel mooier en beter uit. Je werkt effectiever en het is beter voor het milieu. Aan alle kanten komt het gebruik van zo’n hechter dus op je toe.’
Bergsma betrekt voor de stikstofbemesting Efficie-N-t28 van Agro-vital. Een bladmeststof die hij meestal met een 1% tot 2% oplossing aan water toevoegt. ‘Vloeibaar bemesten werkt veel effectiever en preciezer dan de korrelbemesting die we voorheen toepasten. Ook stimuleert het de opname van de systemische middelen overduidelijk. Dat vind ik een zeer welkome bijvangst. Het middel is duurder dan korrels, maar door de hogere efficiëntie kan dat snel uit.’
Over de temperatuur van het water dat hij gebruikt, maakt Bergsma zich niet snel zorgen. ‘Water uit de bron is bij ons 6° Celsius en in de tank dan 10° Celsius. Wellicht is dat aan de lage kant, maar nog nooit hebben we daar problemen door ondervonden. Bij het spuiten met meststoffen verlaag ik de kilogrammen middelen wel als de buitentemperaturen erg hoog zijn. Van 10 liter product bij 15° Celsius en bewolkt weer naar maximaal 3 liter product bij 30° Celsius en zonnig weer. Ik denk niet dat er iets misgaat, maar wil het gewas voor de zekerheid tegen schade beschermen.’